De of het neerkomen?
Het neerkomen
Is het de of het neerkomen
In de Nederlandse taal gebruiken wij het neerkomen.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: come down
Deutsch: komm runter | Bekijk of het der of die komm runter is.
Français: descendre | Bekijk of het Le o La descendre is.
Jou of jouw: jouw neerkomen
Buigings-e:
Mooi of mooie neerkomen
Groot of grote neerkomen
Half of halve neerkomen
Grappig of grappige neerkomen
Leeg of lege neerkomen
leuk of leuke neerkomen
Vet of vette neerkomen
Snel of snelle neerkomen
Wit of witte neerkomen
Klein of kleine neerkomen
Rood of rode neerkomen
Dik of dikke neerkomen
Oud of oude neerkomen
Goed of goede neerkomen
Wat rijmt er op neerkomen
Elk of elke: Elk neerkomen
Aanwijzend voornaamwoord: Dat neerkomen
Bezittelijk voornaamwoord: Ons neerkomen
Wat rijmt er op neerkomen
Buigings-e:
Mooi of mooie neerkomen
Groot of grote neerkomen
Half of halve neerkomen
Grappig of grappige neerkomen
Leeg of lege neerkomen
leuk of leuke neerkomen
Vet of vette neerkomen
Snel of snelle neerkomen
Wit of witte neerkomen
Klein of kleine neerkomen
Rood of rode neerkomen
Dik of dikke neerkomen
Oud of oude neerkomen
Goed of goede neerkomen
Wat rijmt er op neerkomen
Elk of elke: Elk neerkomen
Aanwijzend voornaamwoord: Dat neerkomen
Bezittelijk voornaamwoord: Ons neerkomen
Wat rijmt er op neerkomen
Oefening van de dag