De of het notabedragen?
Het notabedragen
Is het de of het notabedragen
In de Nederlandse taal gebruiken wij het notabedragen.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: note amounts
Deutsch: Anmerkung Menge | Bekijk of het der of die Anmerkung Menge is.
Français: montant de la note | Bekijk of het Le o La montant de la note is.
Jou of jouw: jouw notabedragen
Buigings-e:
Mooi of mooie notabedragen
Groot of grote notabedragen
Half of halve notabedragen
Grappig of grappige notabedragen
Leeg of lege notabedragen
leuk of leuke notabedragen
Vet of vette notabedragen
Snel of snelle notabedragen
Wit of witte notabedragen
Klein of kleine notabedragen
Rood of rode notabedragen
Dik of dikke notabedragen
Oud of oude notabedragen
Goed of goede notabedragen
Wat rijmt er op notabedragen
Elk of elke: Elk notabedragen
Aanwijzend voornaamwoord: Dat notabedragen
Bezittelijk voornaamwoord: Ons notabedragen
Wat rijmt er op notabedragen
Buigings-e:
Mooi of mooie notabedragen
Groot of grote notabedragen
Half of halve notabedragen
Grappig of grappige notabedragen
Leeg of lege notabedragen
leuk of leuke notabedragen
Vet of vette notabedragen
Snel of snelle notabedragen
Wit of witte notabedragen
Klein of kleine notabedragen
Rood of rode notabedragen
Dik of dikke notabedragen
Oud of oude notabedragen
Goed of goede notabedragen
Wat rijmt er op notabedragen
Elk of elke: Elk notabedragen
Aanwijzend voornaamwoord: Dat notabedragen
Bezittelijk voornaamwoord: Ons notabedragen
Wat rijmt er op notabedragen
Oefening van de dag