De of het oculist?
De oculist
Is het de of het oculist
In de Nederlandse taal gebruiken wij de oculist.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: oculist
Deutsch: Augenarzt | Bekijk of het der of die Augenarzt is.
Français: oculiste | Bekijk of het Le o La oculiste is.
Jou of jouw: jouw oculist
Buigings-e:
Mooi of mooie oculist
Groot of grote oculist
Half of halve oculist
Grappig of grappige oculist
Leeg of lege oculist
leuk of leuke oculist
Vet of vette oculist
Snel of snelle oculist
Wit of witte oculist
Klein of kleine oculist
Rood of rode oculist
Dik of dikke oculist
Oud of oude oculist
Goed of goede oculist
Wat rijmt er op oculist
Elk of elke: Elke oculist
Aanwijzend voornaamwoord: Die oculist
Bezittelijk voornaamwoord: Onze oculist
Wat rijmt er op oculist
Buigings-e:
Mooi of mooie oculist
Groot of grote oculist
Half of halve oculist
Grappig of grappige oculist
Leeg of lege oculist
leuk of leuke oculist
Vet of vette oculist
Snel of snelle oculist
Wit of witte oculist
Klein of kleine oculist
Rood of rode oculist
Dik of dikke oculist
Oud of oude oculist
Goed of goede oculist
Wat rijmt er op oculist
Elk of elke: Elke oculist
Aanwijzend voornaamwoord: Die oculist
Bezittelijk voornaamwoord: Onze oculist
Wat rijmt er op oculist
Oefening van de dag