De of het omroepgeld?
Het omroepgeld
Is het de of het omroepgeld
In de Nederlandse taal gebruiken wij het omroepgeld.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: broadcasting money
Deutsch: Rundfunk Geld | Bekijk of het der of die Rundfunk Geld is.
Français: l'argent de la radiodiffusion | Bekijk of het Le o La l'argent de la radiodiffusion is.
Jou of jouw: jouw omroepgeld
Buigings-e:
Mooi of mooie omroepgeld
Groot of grote omroepgeld
Half of halve omroepgeld
Grappig of grappige omroepgeld
Leeg of lege omroepgeld
leuk of leuke omroepgeld
Vet of vette omroepgeld
Snel of snelle omroepgeld
Wit of witte omroepgeld
Klein of kleine omroepgeld
Rood of rode omroepgeld
Dik of dikke omroepgeld
Oud of oude omroepgeld
Goed of goede omroepgeld
Wat rijmt er op omroepgeld
Elk of elke: Elk omroepgeld
Aanwijzend voornaamwoord: Dat omroepgeld
Bezittelijk voornaamwoord: Ons omroepgeld
Wat rijmt er op omroepgeld
Buigings-e:
Mooi of mooie omroepgeld
Groot of grote omroepgeld
Half of halve omroepgeld
Grappig of grappige omroepgeld
Leeg of lege omroepgeld
leuk of leuke omroepgeld
Vet of vette omroepgeld
Snel of snelle omroepgeld
Wit of witte omroepgeld
Klein of kleine omroepgeld
Rood of rode omroepgeld
Dik of dikke omroepgeld
Oud of oude omroepgeld
Goed of goede omroepgeld
Wat rijmt er op omroepgeld
Elk of elke: Elk omroepgeld
Aanwijzend voornaamwoord: Dat omroepgeld
Bezittelijk voornaamwoord: Ons omroepgeld
Wat rijmt er op omroepgeld
Oefening van de dag