De of het omzetdaling?
De omzetdaling
Is het de of het omzetdaling
In de Nederlandse taal gebruiken wij de omzetdaling.
Thanks!
Fout!
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: sales decline
Deutsch: Umsatzrückgang | Bekijk of het der of die Umsatzrückgang is.
Français: baisse des ventes | Bekijk of het Le o La baisse des ventes is.
Jou of jouw: jouw omzetdaling
Buigings-e:
Mooi of mooie omzetdaling
Groot of grote omzetdaling
Half of halve omzetdaling
Grappig of grappige omzetdaling
Leeg of lege omzetdaling
leuk of leuke omzetdaling
Vet of vette omzetdaling
Snel of snelle omzetdaling
Wit of witte omzetdaling
Klein of kleine omzetdaling
Rood of rode omzetdaling
Dik of dikke omzetdaling
Oud of oude omzetdaling
Goed of goede omzetdaling
Wat rijmt er op omzetdaling
Elk of elke: Elke omzetdaling
Aanwijzend voornaamwoord: Die omzetdaling
Bezittelijk voornaamwoord: Onze omzetdaling
Wat rijmt er op omzetdaling
Buigings-e:
Mooi of mooie omzetdaling
Groot of grote omzetdaling
Half of halve omzetdaling
Grappig of grappige omzetdaling
Leeg of lege omzetdaling
leuk of leuke omzetdaling
Vet of vette omzetdaling
Snel of snelle omzetdaling
Wit of witte omzetdaling
Klein of kleine omzetdaling
Rood of rode omzetdaling
Dik of dikke omzetdaling
Oud of oude omzetdaling
Goed of goede omzetdaling
Wat rijmt er op omzetdaling
Elk of elke: Elke omzetdaling
Aanwijzend voornaamwoord: Die omzetdaling
Bezittelijk voornaamwoord: Onze omzetdaling
Wat rijmt er op omzetdaling
Oefening van de dag
