De of het ontbloten?
Het ontbloten
Is het de of het ontbloten
In de Nederlandse taal gebruiken wij het ontbloten.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: uncover
Deutsch: aufdecken | Bekijk of het der of die aufdecken is.
Français: découvrir | Bekijk of het Le o La découvrir is.
Jou of jouw: jouw ontbloten
Buigings-e:
Mooi of mooie ontbloten
Groot of grote ontbloten
Half of halve ontbloten
Grappig of grappige ontbloten
Leeg of lege ontbloten
leuk of leuke ontbloten
Vet of vette ontbloten
Snel of snelle ontbloten
Wit of witte ontbloten
Klein of kleine ontbloten
Rood of rode ontbloten
Dik of dikke ontbloten
Oud of oude ontbloten
Goed of goede ontbloten
Wat rijmt er op ontbloten
Elk of elke: Elk ontbloten
Aanwijzend voornaamwoord: Dat ontbloten
Bezittelijk voornaamwoord: Ons ontbloten
Wat rijmt er op ontbloten
Buigings-e:
Mooi of mooie ontbloten
Groot of grote ontbloten
Half of halve ontbloten
Grappig of grappige ontbloten
Leeg of lege ontbloten
leuk of leuke ontbloten
Vet of vette ontbloten
Snel of snelle ontbloten
Wit of witte ontbloten
Klein of kleine ontbloten
Rood of rode ontbloten
Dik of dikke ontbloten
Oud of oude ontbloten
Goed of goede ontbloten
Wat rijmt er op ontbloten
Elk of elke: Elk ontbloten
Aanwijzend voornaamwoord: Dat ontbloten
Bezittelijk voornaamwoord: Ons ontbloten
Wat rijmt er op ontbloten
Oefening van de dag