De of het onthechten?
Het onthechten
Is het de of het onthechten
In de Nederlandse taal gebruiken wij het onthechten.
Thanks!
Fout!
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: detach
Deutsch: trennen | Bekijk of het der of die trennen is.
Français: détacher | Bekijk of het Le o La détacher is.
Jou of jouw: jouw onthechten
Buigings-e:
Mooi of mooie onthechten
Groot of grote onthechten
Half of halve onthechten
Grappig of grappige onthechten
Leeg of lege onthechten
leuk of leuke onthechten
Vet of vette onthechten
Snel of snelle onthechten
Wit of witte onthechten
Klein of kleine onthechten
Rood of rode onthechten
Dik of dikke onthechten
Oud of oude onthechten
Goed of goede onthechten
Wat rijmt er op onthechten
Elk of elke: Elk onthechten
Aanwijzend voornaamwoord: Dat onthechten
Bezittelijk voornaamwoord: Ons onthechten
Wat rijmt er op onthechten
Buigings-e:
Mooi of mooie onthechten
Groot of grote onthechten
Half of halve onthechten
Grappig of grappige onthechten
Leeg of lege onthechten
leuk of leuke onthechten
Vet of vette onthechten
Snel of snelle onthechten
Wit of witte onthechten
Klein of kleine onthechten
Rood of rode onthechten
Dik of dikke onthechten
Oud of oude onthechten
Goed of goede onthechten
Wat rijmt er op onthechten
Elk of elke: Elk onthechten
Aanwijzend voornaamwoord: Dat onthechten
Bezittelijk voornaamwoord: Ons onthechten
Wat rijmt er op onthechten
Oefening van de dag
