De of het Rennen?
Het Rennen
Is het de of het Rennen
In de Nederlandse taal gebruiken wij het Rennen.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: run
Deutsch: laufen | Bekijk of het der of die laufen is.
Français: courir | Bekijk of het Le o La courir is.
Jou of jouw: jouw Rennen
Buigings-e:
Mooi of mooie Rennen
Groot of grote Rennen
Half of halve Rennen
Grappig of grappige Rennen
Leeg of lege Rennen
leuk of leuke Rennen
Vet of vette Rennen
Snel of snelle Rennen
Wit of witte Rennen
Klein of kleine Rennen
Rood of rode Rennen
Dik of dikke Rennen
Oud of oude Rennen
Goed of goede Rennen
Wat rijmt er op Rennen
Elk of elke: Elk Rennen
Aanwijzend voornaamwoord: Dat Rennen
Bezittelijk voornaamwoord: Ons Rennen
Wat rijmt er op Rennen
wielrennen - rondrennen - uitrennen -
Buigings-e:
Mooi of mooie Rennen
Groot of grote Rennen
Half of halve Rennen
Grappig of grappige Rennen
Leeg of lege Rennen
leuk of leuke Rennen
Vet of vette Rennen
Snel of snelle Rennen
Wit of witte Rennen
Klein of kleine Rennen
Rood of rode Rennen
Dik of dikke Rennen
Oud of oude Rennen
Goed of goede Rennen
Wat rijmt er op Rennen
Elk of elke: Elk Rennen
Aanwijzend voornaamwoord: Dat Rennen
Bezittelijk voornaamwoord: Ons Rennen
Wat rijmt er op Rennen
wielrennen - rondrennen - uitrennen -
Oefening van de dag