De of het aanhanger?
De aanhanger
Is het de of het aanhanger
In de Nederlandse taal gebruiken wij de aanhanger.

Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
Aanhanger is mannelijk
English: follower
Deutsch: Anhänger | Bekijk of het der of die Anhänger is.
Français: disciple | Bekijk of het Le o La disciple is.
Jou of jouw: jouw aanhanger
Buigings-e:
Mooi of mooie aanhanger
Groot of grote aanhanger
Half of halve aanhanger
Grappig of grappige aanhanger
Leeg of lege aanhanger
leuk of leuke aanhanger
Vet of vette aanhanger
Snel of snelle aanhanger
Wit of witte aanhanger
Klein of kleine aanhanger
Rood of rode aanhanger
Dik of dikke aanhanger
Oud of oude aanhanger
Goed of goede aanhanger
Wat rijmt er op aanhanger
Elk of elke: Elke aanhanger
Aanwijzend voornaamwoord: Die aanhanger
Bezittelijk voornaamwoord: Onze aanhanger
Wat rijmt er op aanhanger
Buigings-e:
Mooi of mooie aanhanger
Groot of grote aanhanger
Half of halve aanhanger
Grappig of grappige aanhanger
Leeg of lege aanhanger
leuk of leuke aanhanger
Vet of vette aanhanger
Snel of snelle aanhanger
Wit of witte aanhanger
Klein of kleine aanhanger
Rood of rode aanhanger
Dik of dikke aanhanger
Oud of oude aanhanger
Goed of goede aanhanger
Wat rijmt er op aanhanger
Elk of elke: Elke aanhanger
Aanwijzend voornaamwoord: Die aanhanger
Bezittelijk voornaamwoord: Onze aanhanger
Wat rijmt er op aanhanger
Oefening van de dag