De of het adviesdoelstelling?
De adviesdoelstelling
Is het de of het adviesdoelstelling
In de Nederlandse taal gebruiken wij de adviesdoelstelling.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: Advisory objective
Jou of jouw: jouw adviesdoelstelling
Buigings-e:
Mooi of mooie adviesdoelstelling
Groot of grote adviesdoelstelling
Half of halve adviesdoelstelling
Grappig of grappige adviesdoelstelling
Leeg of lege adviesdoelstelling
leuk of leuke adviesdoelstelling
Vet of vette adviesdoelstelling
Snel of snelle adviesdoelstelling
Wit of witte adviesdoelstelling
Klein of kleine adviesdoelstelling
Rood of rode adviesdoelstelling
Dik of dikke adviesdoelstelling
Oud of oude adviesdoelstelling
Goed of goede adviesdoelstelling
Wat rijmt er op adviesdoelstelling
Elk of elke: Elke adviesdoelstelling
Aanwijzend voornaamwoord: Die adviesdoelstelling
Bezittelijk voornaamwoord: Onze adviesdoelstelling
Wat rijmt er op adviesdoelstelling
Buigings-e:
Mooi of mooie adviesdoelstelling
Groot of grote adviesdoelstelling
Half of halve adviesdoelstelling
Grappig of grappige adviesdoelstelling
Leeg of lege adviesdoelstelling
leuk of leuke adviesdoelstelling
Vet of vette adviesdoelstelling
Snel of snelle adviesdoelstelling
Wit of witte adviesdoelstelling
Klein of kleine adviesdoelstelling
Rood of rode adviesdoelstelling
Dik of dikke adviesdoelstelling
Oud of oude adviesdoelstelling
Goed of goede adviesdoelstelling
Wat rijmt er op adviesdoelstelling
Elk of elke: Elke adviesdoelstelling
Aanwijzend voornaamwoord: Die adviesdoelstelling
Bezittelijk voornaamwoord: Onze adviesdoelstelling
Wat rijmt er op adviesdoelstelling
Oefening van de dag