De of het afbladeren?
Het afbladeren
Is het de of het afbladeren
In de Nederlandse taal gebruiken wij het afbladeren.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: peel off
Deutsch: schälen | Bekijk of het der of die schälen is.
Français: décoller | Bekijk of het Le o La décoller is.
Jou of jouw: jouw afbladeren
Buigings-e:
Mooi of mooie afbladeren
Groot of grote afbladeren
Half of halve afbladeren
Grappig of grappige afbladeren
Leeg of lege afbladeren
leuk of leuke afbladeren
Vet of vette afbladeren
Snel of snelle afbladeren
Wit of witte afbladeren
Klein of kleine afbladeren
Rood of rode afbladeren
Dik of dikke afbladeren
Oud of oude afbladeren
Goed of goede afbladeren
Wat rijmt er op afbladeren
Elk of elke: Elk afbladeren
Aanwijzend voornaamwoord: Dat afbladeren
Bezittelijk voornaamwoord: Ons afbladeren
Wat rijmt er op afbladeren
Buigings-e:
Mooi of mooie afbladeren
Groot of grote afbladeren
Half of halve afbladeren
Grappig of grappige afbladeren
Leeg of lege afbladeren
leuk of leuke afbladeren
Vet of vette afbladeren
Snel of snelle afbladeren
Wit of witte afbladeren
Klein of kleine afbladeren
Rood of rode afbladeren
Dik of dikke afbladeren
Oud of oude afbladeren
Goed of goede afbladeren
Wat rijmt er op afbladeren
Elk of elke: Elk afbladeren
Aanwijzend voornaamwoord: Dat afbladeren
Bezittelijk voornaamwoord: Ons afbladeren
Wat rijmt er op afbladeren
Oefening van de dag