De of het appeltaartstukje?
Het appeltaartstukje
Is het de of het appeltaartstukje
In de Nederlandse taal gebruiken wij het appeltaartstukje.
Thanks!
Fout!
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: piece of apple pie
Deutsch: Apfelkuchen Scheibe | Bekijk of het der of die Apfelkuchen Scheibe is.
Français: la tarte aux pommes tranche | Bekijk of het Le o La la tarte aux pommes tranche is.
Jou of jouw: jouw appeltaartstukje
Buigings-e:
Mooi of mooie appeltaartstukje
Groot of grote appeltaartstukje
Half of halve appeltaartstukje
Grappig of grappige appeltaartstukje
Leeg of lege appeltaartstukje
leuk of leuke appeltaartstukje
Vet of vette appeltaartstukje
Snel of snelle appeltaartstukje
Wit of witte appeltaartstukje
Klein of kleine appeltaartstukje
Rood of rode appeltaartstukje
Dik of dikke appeltaartstukje
Oud of oude appeltaartstukje
Goed of goede appeltaartstukje
Wat rijmt er op appeltaartstukje
Elk of elke: Elk appeltaartstukje
Aanwijzend voornaamwoord: Dat appeltaartstukje
Bezittelijk voornaamwoord: Ons appeltaartstukje
Wat rijmt er op appeltaartstukje
Buigings-e:
Mooi of mooie appeltaartstukje
Groot of grote appeltaartstukje
Half of halve appeltaartstukje
Grappig of grappige appeltaartstukje
Leeg of lege appeltaartstukje
leuk of leuke appeltaartstukje
Vet of vette appeltaartstukje
Snel of snelle appeltaartstukje
Wit of witte appeltaartstukje
Klein of kleine appeltaartstukje
Rood of rode appeltaartstukje
Dik of dikke appeltaartstukje
Oud of oude appeltaartstukje
Goed of goede appeltaartstukje
Wat rijmt er op appeltaartstukje
Elk of elke: Elk appeltaartstukje
Aanwijzend voornaamwoord: Dat appeltaartstukje
Bezittelijk voornaamwoord: Ons appeltaartstukje
Wat rijmt er op appeltaartstukje
Oefening van de dag
