De of het bankbediende?
De bankbediende
Is het de of het bankbediende
In de Nederlandse taal gebruiken wij de bankbediende.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: bank teller
Deutsch: Bankangestellte | Bekijk of het der of die Bankangestellte is.
Français: Guichetier | Bekijk of het Le o La Guichetier is.
Jou of jouw: jouw bankbediende
Buigings-e:
Mooi of mooie bankbediende
Groot of grote bankbediende
Half of halve bankbediende
Grappig of grappige bankbediende
Leeg of lege bankbediende
leuk of leuke bankbediende
Vet of vette bankbediende
Snel of snelle bankbediende
Wit of witte bankbediende
Klein of kleine bankbediende
Rood of rode bankbediende
Dik of dikke bankbediende
Oud of oude bankbediende
Goed of goede bankbediende
Wat rijmt er op bankbediende
Elk of elke: Elke bankbediende
Aanwijzend voornaamwoord: Die bankbediende
Bezittelijk voornaamwoord: Onze bankbediende
Wat rijmt er op bankbediende
Buigings-e:
Mooi of mooie bankbediende
Groot of grote bankbediende
Half of halve bankbediende
Grappig of grappige bankbediende
Leeg of lege bankbediende
leuk of leuke bankbediende
Vet of vette bankbediende
Snel of snelle bankbediende
Wit of witte bankbediende
Klein of kleine bankbediende
Rood of rode bankbediende
Dik of dikke bankbediende
Oud of oude bankbediende
Goed of goede bankbediende
Wat rijmt er op bankbediende
Elk of elke: Elke bankbediende
Aanwijzend voornaamwoord: Die bankbediende
Bezittelijk voornaamwoord: Onze bankbediende
Wat rijmt er op bankbediende
Oefening van de dag