De of het basisoorzaak?
De basisoorzaak
Is het de of het basisoorzaak
In de Nederlandse taal gebruiken wij de basisoorzaak.
Thanks!
Fout!
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: basic cause
Deutsch: ursache | Bekijk of het der of die ursache is.
Français: cause | Bekijk of het Le o La cause is.
Jou of jouw: jouw basisoorzaak
Buigings-e:
Mooi of mooie basisoorzaak
Groot of grote basisoorzaak
Half of halve basisoorzaak
Grappig of grappige basisoorzaak
Leeg of lege basisoorzaak
leuk of leuke basisoorzaak
Vet of vette basisoorzaak
Snel of snelle basisoorzaak
Wit of witte basisoorzaak
Klein of kleine basisoorzaak
Rood of rode basisoorzaak
Dik of dikke basisoorzaak
Oud of oude basisoorzaak
Goed of goede basisoorzaak
Wat rijmt er op basisoorzaak
Elk of elke: Elke basisoorzaak
Aanwijzend voornaamwoord: Die basisoorzaak
Bezittelijk voornaamwoord: Onze basisoorzaak
Wat rijmt er op basisoorzaak
Buigings-e:
Mooi of mooie basisoorzaak
Groot of grote basisoorzaak
Half of halve basisoorzaak
Grappig of grappige basisoorzaak
Leeg of lege basisoorzaak
leuk of leuke basisoorzaak
Vet of vette basisoorzaak
Snel of snelle basisoorzaak
Wit of witte basisoorzaak
Klein of kleine basisoorzaak
Rood of rode basisoorzaak
Dik of dikke basisoorzaak
Oud of oude basisoorzaak
Goed of goede basisoorzaak
Wat rijmt er op basisoorzaak
Elk of elke: Elke basisoorzaak
Aanwijzend voornaamwoord: Die basisoorzaak
Bezittelijk voornaamwoord: Onze basisoorzaak
Wat rijmt er op basisoorzaak
Oefening van de dag
