De of het bedrijfeconomie?
De bedrijfeconomie
Is het de of het bedrijfeconomie
In de Nederlandse taal gebruiken wij de bedrijfeconomie.

Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: business economics
Deutsch: Betriebswirtschaftslehre | Bekijk of het der of die Betriebswirtschaftslehre is.
Français: l'économie de l'entreprise | Bekijk of het Le o La l'économie de l'entreprise is.
Jou of jouw: jouw bedrijfeconomie
Buigings-e:
Mooi of mooie bedrijfeconomie
Groot of grote bedrijfeconomie
Half of halve bedrijfeconomie
Grappig of grappige bedrijfeconomie
Leeg of lege bedrijfeconomie
leuk of leuke bedrijfeconomie
Vet of vette bedrijfeconomie
Snel of snelle bedrijfeconomie
Wit of witte bedrijfeconomie
Klein of kleine bedrijfeconomie
Rood of rode bedrijfeconomie
Dik of dikke bedrijfeconomie
Oud of oude bedrijfeconomie
Goed of goede bedrijfeconomie
Wat rijmt er op bedrijfeconomie
Elk of elke: Elke bedrijfeconomie
Aanwijzend voornaamwoord: Die bedrijfeconomie
Bezittelijk voornaamwoord: Onze bedrijfeconomie
Wat rijmt er op bedrijfeconomie
Buigings-e:
Mooi of mooie bedrijfeconomie
Groot of grote bedrijfeconomie
Half of halve bedrijfeconomie
Grappig of grappige bedrijfeconomie
Leeg of lege bedrijfeconomie
leuk of leuke bedrijfeconomie
Vet of vette bedrijfeconomie
Snel of snelle bedrijfeconomie
Wit of witte bedrijfeconomie
Klein of kleine bedrijfeconomie
Rood of rode bedrijfeconomie
Dik of dikke bedrijfeconomie
Oud of oude bedrijfeconomie
Goed of goede bedrijfeconomie
Wat rijmt er op bedrijfeconomie
Elk of elke: Elke bedrijfeconomie
Aanwijzend voornaamwoord: Die bedrijfeconomie
Bezittelijk voornaamwoord: Onze bedrijfeconomie
Wat rijmt er op bedrijfeconomie
Oefening van de dag