De of het beleidsaanbeveling?
De beleidsaanbeveling
Is het de of het beleidsaanbeveling
In de Nederlandse taal gebruiken wij de beleidsaanbeveling.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: Policy recommendation
Jou of jouw: jouw beleidsaanbeveling
Buigings-e:
Mooi of mooie beleidsaanbeveling
Groot of grote beleidsaanbeveling
Half of halve beleidsaanbeveling
Grappig of grappige beleidsaanbeveling
Leeg of lege beleidsaanbeveling
leuk of leuke beleidsaanbeveling
Vet of vette beleidsaanbeveling
Snel of snelle beleidsaanbeveling
Wit of witte beleidsaanbeveling
Klein of kleine beleidsaanbeveling
Rood of rode beleidsaanbeveling
Dik of dikke beleidsaanbeveling
Oud of oude beleidsaanbeveling
Goed of goede beleidsaanbeveling
Wat rijmt er op beleidsaanbeveling
Elk of elke: Elke beleidsaanbeveling
Aanwijzend voornaamwoord: Die beleidsaanbeveling
Bezittelijk voornaamwoord: Onze beleidsaanbeveling
Wat rijmt er op beleidsaanbeveling
Buigings-e:
Mooi of mooie beleidsaanbeveling
Groot of grote beleidsaanbeveling
Half of halve beleidsaanbeveling
Grappig of grappige beleidsaanbeveling
Leeg of lege beleidsaanbeveling
leuk of leuke beleidsaanbeveling
Vet of vette beleidsaanbeveling
Snel of snelle beleidsaanbeveling
Wit of witte beleidsaanbeveling
Klein of kleine beleidsaanbeveling
Rood of rode beleidsaanbeveling
Dik of dikke beleidsaanbeveling
Oud of oude beleidsaanbeveling
Goed of goede beleidsaanbeveling
Wat rijmt er op beleidsaanbeveling
Elk of elke: Elke beleidsaanbeveling
Aanwijzend voornaamwoord: Die beleidsaanbeveling
Bezittelijk voornaamwoord: Onze beleidsaanbeveling
Wat rijmt er op beleidsaanbeveling
Oefening van de dag