De of het benedenbuurvrouw?
De benedenbuurvrouw
Is het de of het benedenbuurvrouw
In de Nederlandse taal gebruiken wij de benedenbuurvrouw.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: downstairs neighbor
Deutsch: Nachbar von unten | Bekijk of het der of die Nachbar von unten is.
Français: voisin d'en bas | Bekijk of het Le o La voisin d'en bas is.
Jou of jouw: jouw benedenbuurvrouw
Buigings-e:
Mooi of mooie benedenbuurvrouw
Groot of grote benedenbuurvrouw
Half of halve benedenbuurvrouw
Grappig of grappige benedenbuurvrouw
Leeg of lege benedenbuurvrouw
leuk of leuke benedenbuurvrouw
Vet of vette benedenbuurvrouw
Snel of snelle benedenbuurvrouw
Wit of witte benedenbuurvrouw
Klein of kleine benedenbuurvrouw
Rood of rode benedenbuurvrouw
Dik of dikke benedenbuurvrouw
Oud of oude benedenbuurvrouw
Goed of goede benedenbuurvrouw
Wat rijmt er op benedenbuurvrouw
Elk of elke: Elke benedenbuurvrouw
Aanwijzend voornaamwoord: Die benedenbuurvrouw
Bezittelijk voornaamwoord: Onze benedenbuurvrouw
Wat rijmt er op benedenbuurvrouw
Buigings-e:
Mooi of mooie benedenbuurvrouw
Groot of grote benedenbuurvrouw
Half of halve benedenbuurvrouw
Grappig of grappige benedenbuurvrouw
Leeg of lege benedenbuurvrouw
leuk of leuke benedenbuurvrouw
Vet of vette benedenbuurvrouw
Snel of snelle benedenbuurvrouw
Wit of witte benedenbuurvrouw
Klein of kleine benedenbuurvrouw
Rood of rode benedenbuurvrouw
Dik of dikke benedenbuurvrouw
Oud of oude benedenbuurvrouw
Goed of goede benedenbuurvrouw
Wat rijmt er op benedenbuurvrouw
Elk of elke: Elke benedenbuurvrouw
Aanwijzend voornaamwoord: Die benedenbuurvrouw
Bezittelijk voornaamwoord: Onze benedenbuurvrouw
Wat rijmt er op benedenbuurvrouw
Oefening van de dag