De of het beroepsexcursie?
De beroepsexcursie
Is het de of het beroepsexcursie
In de Nederlandse taal gebruiken wij de beroepsexcursie.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: professional excursion
Jou of jouw: jouw beroepsexcursie
Buigings-e:
Mooi of mooie beroepsexcursie
Groot of grote beroepsexcursie
Half of halve beroepsexcursie
Grappig of grappige beroepsexcursie
Leeg of lege beroepsexcursie
leuk of leuke beroepsexcursie
Vet of vette beroepsexcursie
Snel of snelle beroepsexcursie
Wit of witte beroepsexcursie
Klein of kleine beroepsexcursie
Rood of rode beroepsexcursie
Dik of dikke beroepsexcursie
Oud of oude beroepsexcursie
Goed of goede beroepsexcursie
Wat rijmt er op beroepsexcursie
Elk of elke: Elke beroepsexcursie
Aanwijzend voornaamwoord: Die beroepsexcursie
Bezittelijk voornaamwoord: Onze beroepsexcursie
Wat rijmt er op beroepsexcursie
Buigings-e:
Mooi of mooie beroepsexcursie
Groot of grote beroepsexcursie
Half of halve beroepsexcursie
Grappig of grappige beroepsexcursie
Leeg of lege beroepsexcursie
leuk of leuke beroepsexcursie
Vet of vette beroepsexcursie
Snel of snelle beroepsexcursie
Wit of witte beroepsexcursie
Klein of kleine beroepsexcursie
Rood of rode beroepsexcursie
Dik of dikke beroepsexcursie
Oud of oude beroepsexcursie
Goed of goede beroepsexcursie
Wat rijmt er op beroepsexcursie
Elk of elke: Elke beroepsexcursie
Aanwijzend voornaamwoord: Die beroepsexcursie
Bezittelijk voornaamwoord: Onze beroepsexcursie
Wat rijmt er op beroepsexcursie
Oefening van de dag