De of het bevloeiing?
De bevloeiing
Is het de of het bevloeiing
In de Nederlandse taal gebruiken wij de bevloeiing.

Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: irrigation
Jou of jouw: jouw bevloeiing
Buigings-e:
Mooi of mooie bevloeiing
Groot of grote bevloeiing
Half of halve bevloeiing
Grappig of grappige bevloeiing
Leeg of lege bevloeiing
leuk of leuke bevloeiing
Vet of vette bevloeiing
Snel of snelle bevloeiing
Wit of witte bevloeiing
Klein of kleine bevloeiing
Rood of rode bevloeiing
Dik of dikke bevloeiing
Oud of oude bevloeiing
Goed of goede bevloeiing
Wat rijmt er op bevloeiing
Elk of elke: Elke bevloeiing
Aanwijzend voornaamwoord: Die bevloeiing
Bezittelijk voornaamwoord: Onze bevloeiing
Wat rijmt er op bevloeiing
tuinbevloeiing -
Buigings-e:
Mooi of mooie bevloeiing
Groot of grote bevloeiing
Half of halve bevloeiing
Grappig of grappige bevloeiing
Leeg of lege bevloeiing
leuk of leuke bevloeiing
Vet of vette bevloeiing
Snel of snelle bevloeiing
Wit of witte bevloeiing
Klein of kleine bevloeiing
Rood of rode bevloeiing
Dik of dikke bevloeiing
Oud of oude bevloeiing
Goed of goede bevloeiing
Wat rijmt er op bevloeiing
Elk of elke: Elke bevloeiing
Aanwijzend voornaamwoord: Die bevloeiing
Bezittelijk voornaamwoord: Onze bevloeiing
Wat rijmt er op bevloeiing
tuinbevloeiing -
Oefening van de dag