De of het bevolkinbevolking?
De bevolkinbevolking
Is het de of het bevolkinbevolking
In de Nederlandse taal gebruiken wij de bevolkinbevolking.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: populations
Jou of jouw: jouw bevolkinbevolking
Buigings-e:
Mooi of mooie bevolkinbevolking
Groot of grote bevolkinbevolking
Half of halve bevolkinbevolking
Grappig of grappige bevolkinbevolking
Leeg of lege bevolkinbevolking
leuk of leuke bevolkinbevolking
Vet of vette bevolkinbevolking
Snel of snelle bevolkinbevolking
Wit of witte bevolkinbevolking
Klein of kleine bevolkinbevolking
Rood of rode bevolkinbevolking
Dik of dikke bevolkinbevolking
Oud of oude bevolkinbevolking
Goed of goede bevolkinbevolking
Wat rijmt er op bevolkinbevolking
Elk of elke: Elke bevolkinbevolking
Aanwijzend voornaamwoord: Die bevolkinbevolking
Bezittelijk voornaamwoord: Onze bevolkinbevolking
Wat rijmt er op bevolkinbevolking
Buigings-e:
Mooi of mooie bevolkinbevolking
Groot of grote bevolkinbevolking
Half of halve bevolkinbevolking
Grappig of grappige bevolkinbevolking
Leeg of lege bevolkinbevolking
leuk of leuke bevolkinbevolking
Vet of vette bevolkinbevolking
Snel of snelle bevolkinbevolking
Wit of witte bevolkinbevolking
Klein of kleine bevolkinbevolking
Rood of rode bevolkinbevolking
Dik of dikke bevolkinbevolking
Oud of oude bevolkinbevolking
Goed of goede bevolkinbevolking
Wat rijmt er op bevolkinbevolking
Elk of elke: Elke bevolkinbevolking
Aanwijzend voornaamwoord: Die bevolkinbevolking
Bezittelijk voornaamwoord: Onze bevolkinbevolking
Wat rijmt er op bevolkinbevolking
Oefening van de dag