De of het bloemkool?
De bloemkool
Is het de of het bloemkool
In de Nederlandse taal gebruiken wij de bloemkool.

Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: cauliflower
Deutsch: blumenkohl | Bekijk of het der of die blumenkohl is.
Français: chou-fleur | Bekijk of het Le o La chou-fleur is.
Jou of jouw: jouw bloemkool
Buigings-e:
Mooi of mooie bloemkool
Groot of grote bloemkool
Half of halve bloemkool
Grappig of grappige bloemkool
Leeg of lege bloemkool
leuk of leuke bloemkool
Vet of vette bloemkool
Snel of snelle bloemkool
Wit of witte bloemkool
Klein of kleine bloemkool
Rood of rode bloemkool
Dik of dikke bloemkool
Oud of oude bloemkool
Goed of goede bloemkool
Wat rijmt er op bloemkool
Elk of elke: Elke bloemkool
Aanwijzend voornaamwoord: Die bloemkool
Bezittelijk voornaamwoord: Onze bloemkool
Wat rijmt er op bloemkool
Buigings-e:
Mooi of mooie bloemkool
Groot of grote bloemkool
Half of halve bloemkool
Grappig of grappige bloemkool
Leeg of lege bloemkool
leuk of leuke bloemkool
Vet of vette bloemkool
Snel of snelle bloemkool
Wit of witte bloemkool
Klein of kleine bloemkool
Rood of rode bloemkool
Dik of dikke bloemkool
Oud of oude bloemkool
Goed of goede bloemkool
Wat rijmt er op bloemkool
Elk of elke: Elke bloemkool
Aanwijzend voornaamwoord: Die bloemkool
Bezittelijk voornaamwoord: Onze bloemkool
Wat rijmt er op bloemkool
Oefening van de dag