De of het boeketje?
Het boeketje
Is het de of het boeketje
In de Nederlandse taal gebruiken wij het boeketje.

Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: nosegay
Jou of jouw: jouw boeketje
Buigings-e:
Mooi of mooie boeketje
Groot of grote boeketje
Half of halve boeketje
Grappig of grappige boeketje
Leeg of lege boeketje
leuk of leuke boeketje
Vet of vette boeketje
Snel of snelle boeketje
Wit of witte boeketje
Klein of kleine boeketje
Rood of rode boeketje
Dik of dikke boeketje
Oud of oude boeketje
Goed of goede boeketje
Wat rijmt er op boeketje
Elk of elke: Elk boeketje
Aanwijzend voornaamwoord: Dat boeketje
Bezittelijk voornaamwoord: Ons boeketje
Wat rijmt er op boeketje
bruidsboeketje - trouwboeketje -
Buigings-e:
Mooi of mooie boeketje
Groot of grote boeketje
Half of halve boeketje
Grappig of grappige boeketje
Leeg of lege boeketje
leuk of leuke boeketje
Vet of vette boeketje
Snel of snelle boeketje
Wit of witte boeketje
Klein of kleine boeketje
Rood of rode boeketje
Dik of dikke boeketje
Oud of oude boeketje
Goed of goede boeketje
Wat rijmt er op boeketje
Elk of elke: Elk boeketje
Aanwijzend voornaamwoord: Dat boeketje
Bezittelijk voornaamwoord: Ons boeketje
Wat rijmt er op boeketje
bruidsboeketje - trouwboeketje -
Oefening van de dag