De of het brandstof?
De brandstof
Is het de of het brandstof
In de Nederlandse taal gebruiken wij de brandstof.

Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: fuel
Deutsch: heizöl | Bekijk of het der of die heizöl is.
Français: mazout | Bekijk of het Le o La mazout is.
Jou of jouw: jouw brandstof
Buigings-e:
Mooi of mooie brandstof
Groot of grote brandstof
Half of halve brandstof
Grappig of grappige brandstof
Leeg of lege brandstof
leuk of leuke brandstof
Vet of vette brandstof
Snel of snelle brandstof
Wit of witte brandstof
Klein of kleine brandstof
Rood of rode brandstof
Dik of dikke brandstof
Oud of oude brandstof
Goed of goede brandstof
Wat rijmt er op brandstof
Elk of elke: Elke brandstof
Aanwijzend voornaamwoord: Die brandstof
Bezittelijk voornaamwoord: Onze brandstof
Wat rijmt er op brandstof
dieselbrandstof - transportbrandstof - oliebrandstof -
Buigings-e:
Mooi of mooie brandstof
Groot of grote brandstof
Half of halve brandstof
Grappig of grappige brandstof
Leeg of lege brandstof
leuk of leuke brandstof
Vet of vette brandstof
Snel of snelle brandstof
Wit of witte brandstof
Klein of kleine brandstof
Rood of rode brandstof
Dik of dikke brandstof
Oud of oude brandstof
Goed of goede brandstof
Wat rijmt er op brandstof
Elk of elke: Elke brandstof
Aanwijzend voornaamwoord: Die brandstof
Bezittelijk voornaamwoord: Onze brandstof
Wat rijmt er op brandstof
dieselbrandstof - transportbrandstof - oliebrandstof -
Oefening van de dag