De of het brandweer?
De brandweer
Is het de of het brandweer
In de Nederlandse taal gebruiken wij de brandweer.

Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: fire department
Deutsch: feuerwehr | Bekijk of het der of die feuerwehr is.
Français: pompiers | Bekijk of het Le o La pompiers is.
Jou of jouw: jouw brandweer
Buigings-e:
Mooi of mooie brandweer
Groot of grote brandweer
Half of halve brandweer
Grappig of grappige brandweer
Leeg of lege brandweer
leuk of leuke brandweer
Vet of vette brandweer
Snel of snelle brandweer
Wit of witte brandweer
Klein of kleine brandweer
Rood of rode brandweer
Dik of dikke brandweer
Oud of oude brandweer
Goed of goede brandweer
Wat rijmt er op brandweer
Elk of elke: Elke brandweer
Aanwijzend voornaamwoord: Die brandweer
Bezittelijk voornaamwoord: Onze brandweer
Wat rijmt er op brandweer
jeugdbrandweer - beroepsbrandweer -
Buigings-e:
Mooi of mooie brandweer
Groot of grote brandweer
Half of halve brandweer
Grappig of grappige brandweer
Leeg of lege brandweer
leuk of leuke brandweer
Vet of vette brandweer
Snel of snelle brandweer
Wit of witte brandweer
Klein of kleine brandweer
Rood of rode brandweer
Dik of dikke brandweer
Oud of oude brandweer
Goed of goede brandweer
Wat rijmt er op brandweer
Elk of elke: Elke brandweer
Aanwijzend voornaamwoord: Die brandweer
Bezittelijk voornaamwoord: Onze brandweer
Wat rijmt er op brandweer
jeugdbrandweer - beroepsbrandweer -
Oefening van de dag