De of het brilledoekje?
Het brilledoekje
Is het de of het brilledoekje
In de Nederlandse taal gebruiken wij het brilledoekje.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: glasses cloth
Jou of jouw: jouw brilledoekje
Buigings-e:
Mooi of mooie brilledoekje
Groot of grote brilledoekje
Half of halve brilledoekje
Grappig of grappige brilledoekje
Leeg of lege brilledoekje
leuk of leuke brilledoekje
Vet of vette brilledoekje
Snel of snelle brilledoekje
Wit of witte brilledoekje
Klein of kleine brilledoekje
Rood of rode brilledoekje
Dik of dikke brilledoekje
Oud of oude brilledoekje
Goed of goede brilledoekje
Wat rijmt er op brilledoekje
Elk of elke: Elk brilledoekje
Aanwijzend voornaamwoord: Dat brilledoekje
Bezittelijk voornaamwoord: Ons brilledoekje
Wat rijmt er op brilledoekje
Buigings-e:
Mooi of mooie brilledoekje
Groot of grote brilledoekje
Half of halve brilledoekje
Grappig of grappige brilledoekje
Leeg of lege brilledoekje
leuk of leuke brilledoekje
Vet of vette brilledoekje
Snel of snelle brilledoekje
Wit of witte brilledoekje
Klein of kleine brilledoekje
Rood of rode brilledoekje
Dik of dikke brilledoekje
Oud of oude brilledoekje
Goed of goede brilledoekje
Wat rijmt er op brilledoekje
Elk of elke: Elk brilledoekje
Aanwijzend voornaamwoord: Dat brilledoekje
Bezittelijk voornaamwoord: Ons brilledoekje
Wat rijmt er op brilledoekje
Oefening van de dag