De of het brugje?
Het brugje
Is het de of het brugje
In de Nederlandse taal gebruiken wij het brugje.
Thanks!
Fout!
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: bridge
Deutsch: Brücke | Bekijk of het der of die Brücke is.
Français: pont | Bekijk of het Le o La pont is.
Jou of jouw: jouw brugje
Buigings-e:
Mooi of mooie brugje
Groot of grote brugje
Half of halve brugje
Grappig of grappige brugje
Leeg of lege brugje
leuk of leuke brugje
Vet of vette brugje
Snel of snelle brugje
Wit of witte brugje
Klein of kleine brugje
Rood of rode brugje
Dik of dikke brugje
Oud of oude brugje
Goed of goede brugje
Wat rijmt er op brugje
Elk of elke: Elk brugje
Aanwijzend voornaamwoord: Dat brugje
Bezittelijk voornaamwoord: Ons brugje
Wat rijmt er op brugje
Buigings-e:
Mooi of mooie brugje
Groot of grote brugje
Half of halve brugje
Grappig of grappige brugje
Leeg of lege brugje
leuk of leuke brugje
Vet of vette brugje
Snel of snelle brugje
Wit of witte brugje
Klein of kleine brugje
Rood of rode brugje
Dik of dikke brugje
Oud of oude brugje
Goed of goede brugje
Wat rijmt er op brugje
Elk of elke: Elk brugje
Aanwijzend voornaamwoord: Dat brugje
Bezittelijk voornaamwoord: Ons brugje
Wat rijmt er op brugje
Oefening van de dag
