De of het bui?
De bui
Is het de of het bui
In de Nederlandse taal gebruiken wij de bui.
Thanks!
Fout!
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: storm
Deutsch: Sturm | Bekijk of het der of die Sturm is.
Français: tempête | Bekijk of het Le o La tempête is.
Jou of jouw: jouw bui
Buigings-e:
Mooi of mooie bui
Groot of grote bui
Half of halve bui
Grappig of grappige bui
Leeg of lege bui
leuk of leuke bui
Vet of vette bui
Snel of snelle bui
Wit of witte bui
Klein of kleine bui
Rood of rode bui
Dik of dikke bui
Oud of oude bui
Goed of goede bui
Wat rijmt er op bui
Elk of elke: Elke bui
Aanwijzend voornaamwoord: Die bui
Bezittelijk voornaamwoord: Onze bui
Wat rijmt er op bui
regenbui -
Buigings-e:
Mooi of mooie bui
Groot of grote bui
Half of halve bui
Grappig of grappige bui
Leeg of lege bui
leuk of leuke bui
Vet of vette bui
Snel of snelle bui
Wit of witte bui
Klein of kleine bui
Rood of rode bui
Dik of dikke bui
Oud of oude bui
Goed of goede bui
Wat rijmt er op bui
Elk of elke: Elke bui
Aanwijzend voornaamwoord: Die bui
Bezittelijk voornaamwoord: Onze bui
Wat rijmt er op bui
regenbui -
Oefening van de dag
