De of het calcium?
Het calcium
Is het de of het calcium
In de Nederlandse taal gebruiken wij het calcium.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: calcium
Deutsch: Kalzium | Bekijk of het der of die Kalzium is.
Français: calcium | Bekijk of het Le o La calcium is.
Jou of jouw: jouw calcium
Buigings-e:
Mooi of mooie calcium
Groot of grote calcium
Half of halve calcium
Grappig of grappige calcium
Leeg of lege calcium
leuk of leuke calcium
Vet of vette calcium
Snel of snelle calcium
Wit of witte calcium
Klein of kleine calcium
Rood of rode calcium
Dik of dikke calcium
Oud of oude calcium
Goed of goede calcium
Wat rijmt er op calcium
Elk of elke: Elk calcium
Aanwijzend voornaamwoord: Dat calcium
Bezittelijk voornaamwoord: Ons calcium
Wat rijmt er op calcium
Buigings-e:
Mooi of mooie calcium
Groot of grote calcium
Half of halve calcium
Grappig of grappige calcium
Leeg of lege calcium
leuk of leuke calcium
Vet of vette calcium
Snel of snelle calcium
Wit of witte calcium
Klein of kleine calcium
Rood of rode calcium
Dik of dikke calcium
Oud of oude calcium
Goed of goede calcium
Wat rijmt er op calcium
Elk of elke: Elk calcium
Aanwijzend voornaamwoord: Dat calcium
Bezittelijk voornaamwoord: Ons calcium
Wat rijmt er op calcium
Oefening van de dag