De of het carnavalsjaar?
Het carnavalsjaar
Is het de of het carnavalsjaar
In de Nederlandse taal gebruiken wij het carnavalsjaar.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: carnival year
Deutsch: Karneval Jahr | Bekijk of het der of die Karneval Jahr is.
Français: carnaval année | Bekijk of het Le o La carnaval année is.
Jou of jouw: jouw carnavalsjaar
Buigings-e:
Mooi of mooie carnavalsjaar
Groot of grote carnavalsjaar
Half of halve carnavalsjaar
Grappig of grappige carnavalsjaar
Leeg of lege carnavalsjaar
leuk of leuke carnavalsjaar
Vet of vette carnavalsjaar
Snel of snelle carnavalsjaar
Wit of witte carnavalsjaar
Klein of kleine carnavalsjaar
Rood of rode carnavalsjaar
Dik of dikke carnavalsjaar
Oud of oude carnavalsjaar
Goed of goede carnavalsjaar
Wat rijmt er op carnavalsjaar
Elk of elke: Elk carnavalsjaar
Aanwijzend voornaamwoord: Dat carnavalsjaar
Bezittelijk voornaamwoord: Ons carnavalsjaar
Wat rijmt er op carnavalsjaar
Buigings-e:
Mooi of mooie carnavalsjaar
Groot of grote carnavalsjaar
Half of halve carnavalsjaar
Grappig of grappige carnavalsjaar
Leeg of lege carnavalsjaar
leuk of leuke carnavalsjaar
Vet of vette carnavalsjaar
Snel of snelle carnavalsjaar
Wit of witte carnavalsjaar
Klein of kleine carnavalsjaar
Rood of rode carnavalsjaar
Dik of dikke carnavalsjaar
Oud of oude carnavalsjaar
Goed of goede carnavalsjaar
Wat rijmt er op carnavalsjaar
Elk of elke: Elk carnavalsjaar
Aanwijzend voornaamwoord: Dat carnavalsjaar
Bezittelijk voornaamwoord: Ons carnavalsjaar
Wat rijmt er op carnavalsjaar
Oefening van de dag