De of het certificaatuitreiking?
De certificaatuitreiking
Is het de of het certificaatuitreiking
In de Nederlandse taal gebruiken wij de certificaatuitreiking.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: certificate ceremony
Jou of jouw: jouw certificaatuitreiking
Buigings-e:
Mooi of mooie certificaatuitreiking
Groot of grote certificaatuitreiking
Half of halve certificaatuitreiking
Grappig of grappige certificaatuitreiking
Leeg of lege certificaatuitreiking
leuk of leuke certificaatuitreiking
Vet of vette certificaatuitreiking
Snel of snelle certificaatuitreiking
Wit of witte certificaatuitreiking
Klein of kleine certificaatuitreiking
Rood of rode certificaatuitreiking
Dik of dikke certificaatuitreiking
Oud of oude certificaatuitreiking
Goed of goede certificaatuitreiking
Wat rijmt er op certificaatuitreiking
Elk of elke: Elke certificaatuitreiking
Aanwijzend voornaamwoord: Die certificaatuitreiking
Bezittelijk voornaamwoord: Onze certificaatuitreiking
Wat rijmt er op certificaatuitreiking
Buigings-e:
Mooi of mooie certificaatuitreiking
Groot of grote certificaatuitreiking
Half of halve certificaatuitreiking
Grappig of grappige certificaatuitreiking
Leeg of lege certificaatuitreiking
leuk of leuke certificaatuitreiking
Vet of vette certificaatuitreiking
Snel of snelle certificaatuitreiking
Wit of witte certificaatuitreiking
Klein of kleine certificaatuitreiking
Rood of rode certificaatuitreiking
Dik of dikke certificaatuitreiking
Oud of oude certificaatuitreiking
Goed of goede certificaatuitreiking
Wat rijmt er op certificaatuitreiking
Elk of elke: Elke certificaatuitreiking
Aanwijzend voornaamwoord: Die certificaatuitreiking
Bezittelijk voornaamwoord: Onze certificaatuitreiking
Wat rijmt er op certificaatuitreiking
Oefening van de dag