De of het consulaat?
Het consulaat
Is het de of het consulaat
In de Nederlandse taal gebruiken wij het consulaat.

Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: consulate
Deutsch: Konsulat | Bekijk of het der of die Konsulat is.
Français: consulat | Bekijk of het Le o La consulat is.
Jou of jouw: jouw consulaat
Buigings-e:
Mooi of mooie consulaat
Groot of grote consulaat
Half of halve consulaat
Grappig of grappige consulaat
Leeg of lege consulaat
leuk of leuke consulaat
Vet of vette consulaat
Snel of snelle consulaat
Wit of witte consulaat
Klein of kleine consulaat
Rood of rode consulaat
Dik of dikke consulaat
Oud of oude consulaat
Goed of goede consulaat
Wat rijmt er op consulaat
Elk of elke: Elk consulaat
Aanwijzend voornaamwoord: Dat consulaat
Bezittelijk voornaamwoord: Ons consulaat
Wat rijmt er op consulaat
Buigings-e:
Mooi of mooie consulaat
Groot of grote consulaat
Half of halve consulaat
Grappig of grappige consulaat
Leeg of lege consulaat
leuk of leuke consulaat
Vet of vette consulaat
Snel of snelle consulaat
Wit of witte consulaat
Klein of kleine consulaat
Rood of rode consulaat
Dik of dikke consulaat
Oud of oude consulaat
Goed of goede consulaat
Wat rijmt er op consulaat
Elk of elke: Elk consulaat
Aanwijzend voornaamwoord: Dat consulaat
Bezittelijk voornaamwoord: Ons consulaat
Wat rijmt er op consulaat
Oefening van de dag