De of het consumentenvertrouwen?
Het consumentenvertrouwen
Is het de of het consumentenvertrouwen
In de Nederlandse taal gebruiken wij het consumentenvertrouwen.

Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: Consumer confidence
Deutsch: Das Vertrauen der Verbraucher | Bekijk of het der of die Das Vertrauen der Verbraucher is.
Français: La confiance des consommateurs | Bekijk of het Le o La La confiance des consommateurs is.
Jou of jouw: jouw consumentenvertrouwen
Buigings-e:
Mooi of mooie consumentenvertrouwen
Groot of grote consumentenvertrouwen
Half of halve consumentenvertrouwen
Grappig of grappige consumentenvertrouwen
Leeg of lege consumentenvertrouwen
leuk of leuke consumentenvertrouwen
Vet of vette consumentenvertrouwen
Snel of snelle consumentenvertrouwen
Wit of witte consumentenvertrouwen
Klein of kleine consumentenvertrouwen
Rood of rode consumentenvertrouwen
Dik of dikke consumentenvertrouwen
Oud of oude consumentenvertrouwen
Goed of goede consumentenvertrouwen
Wat rijmt er op consumentenvertrouwen
Elk of elke: Elk consumentenvertrouwen
Aanwijzend voornaamwoord: Dat consumentenvertrouwen
Bezittelijk voornaamwoord: Ons consumentenvertrouwen
Wat rijmt er op consumentenvertrouwen
Buigings-e:
Mooi of mooie consumentenvertrouwen
Groot of grote consumentenvertrouwen
Half of halve consumentenvertrouwen
Grappig of grappige consumentenvertrouwen
Leeg of lege consumentenvertrouwen
leuk of leuke consumentenvertrouwen
Vet of vette consumentenvertrouwen
Snel of snelle consumentenvertrouwen
Wit of witte consumentenvertrouwen
Klein of kleine consumentenvertrouwen
Rood of rode consumentenvertrouwen
Dik of dikke consumentenvertrouwen
Oud of oude consumentenvertrouwen
Goed of goede consumentenvertrouwen
Wat rijmt er op consumentenvertrouwen
Elk of elke: Elk consumentenvertrouwen
Aanwijzend voornaamwoord: Dat consumentenvertrouwen
Bezittelijk voornaamwoord: Ons consumentenvertrouwen
Wat rijmt er op consumentenvertrouwen
Oefening van de dag