De of het diabetica?
De diabetica
Is het de of het diabetica
In de Nederlandse taal gebruiken wij de diabetica.

Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: diabetic
Deutsch: Diabetiker | Bekijk of het der of die Diabetiker is.
Français: diabétique | Bekijk of het Le o La diabétique is.
Jou of jouw: jouw diabetica
Buigings-e:
Mooi of mooie diabetica
Groot of grote diabetica
Half of halve diabetica
Grappig of grappige diabetica
Leeg of lege diabetica
leuk of leuke diabetica
Vet of vette diabetica
Snel of snelle diabetica
Wit of witte diabetica
Klein of kleine diabetica
Rood of rode diabetica
Dik of dikke diabetica
Oud of oude diabetica
Goed of goede diabetica
Wat rijmt er op diabetica
Elk of elke: Elke diabetica
Aanwijzend voornaamwoord: Die diabetica
Bezittelijk voornaamwoord: Onze diabetica
Wat rijmt er op diabetica
Buigings-e:
Mooi of mooie diabetica
Groot of grote diabetica
Half of halve diabetica
Grappig of grappige diabetica
Leeg of lege diabetica
leuk of leuke diabetica
Vet of vette diabetica
Snel of snelle diabetica
Wit of witte diabetica
Klein of kleine diabetica
Rood of rode diabetica
Dik of dikke diabetica
Oud of oude diabetica
Goed of goede diabetica
Wat rijmt er op diabetica
Elk of elke: Elke diabetica
Aanwijzend voornaamwoord: Die diabetica
Bezittelijk voornaamwoord: Onze diabetica
Wat rijmt er op diabetica
Oefening van de dag