De of het diacassette?
De diacassette
Is het de of het diacassette
In de Nederlandse taal gebruiken wij de diacassette.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: diacassette
Deutsch: diacassette | Bekijk of het der of die diacassette is.
Français: diacassette | Bekijk of het Le o La diacassette is.
Jou of jouw: jouw diacassette
Buigings-e:
Mooi of mooie diacassette
Groot of grote diacassette
Half of halve diacassette
Grappig of grappige diacassette
Leeg of lege diacassette
leuk of leuke diacassette
Vet of vette diacassette
Snel of snelle diacassette
Wit of witte diacassette
Klein of kleine diacassette
Rood of rode diacassette
Dik of dikke diacassette
Oud of oude diacassette
Goed of goede diacassette
Wat rijmt er op diacassette
Elk of elke: Elke diacassette
Aanwijzend voornaamwoord: Die diacassette
Bezittelijk voornaamwoord: Onze diacassette
Wat rijmt er op diacassette
Buigings-e:
Mooi of mooie diacassette
Groot of grote diacassette
Half of halve diacassette
Grappig of grappige diacassette
Leeg of lege diacassette
leuk of leuke diacassette
Vet of vette diacassette
Snel of snelle diacassette
Wit of witte diacassette
Klein of kleine diacassette
Rood of rode diacassette
Dik of dikke diacassette
Oud of oude diacassette
Goed of goede diacassette
Wat rijmt er op diacassette
Elk of elke: Elke diacassette
Aanwijzend voornaamwoord: Die diacassette
Bezittelijk voornaamwoord: Onze diacassette
Wat rijmt er op diacassette
Oefening van de dag