De of het dissolutie?
De dissolutie
Is het de of het dissolutie
In de Nederlandse taal gebruiken wij de dissolutie.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: dissolution
Deutsch: Auflösung | Bekijk of het der of die Auflösung is.
Français: dissolution | Bekijk of het Le o La dissolution is.
Jou of jouw: jouw dissolutie
Buigings-e:
Mooi of mooie dissolutie
Groot of grote dissolutie
Half of halve dissolutie
Grappig of grappige dissolutie
Leeg of lege dissolutie
leuk of leuke dissolutie
Vet of vette dissolutie
Snel of snelle dissolutie
Wit of witte dissolutie
Klein of kleine dissolutie
Rood of rode dissolutie
Dik of dikke dissolutie
Oud of oude dissolutie
Goed of goede dissolutie
Wat rijmt er op dissolutie
Elk of elke: Elke dissolutie
Aanwijzend voornaamwoord: Die dissolutie
Bezittelijk voornaamwoord: Onze dissolutie
Wat rijmt er op dissolutie
Buigings-e:
Mooi of mooie dissolutie
Groot of grote dissolutie
Half of halve dissolutie
Grappig of grappige dissolutie
Leeg of lege dissolutie
leuk of leuke dissolutie
Vet of vette dissolutie
Snel of snelle dissolutie
Wit of witte dissolutie
Klein of kleine dissolutie
Rood of rode dissolutie
Dik of dikke dissolutie
Oud of oude dissolutie
Goed of goede dissolutie
Wat rijmt er op dissolutie
Elk of elke: Elke dissolutie
Aanwijzend voornaamwoord: Die dissolutie
Bezittelijk voornaamwoord: Onze dissolutie
Wat rijmt er op dissolutie
Oefening van de dag