De of het dumpzaak?
De dumpzaak
Is het de of het dumpzaak
In de Nederlandse taal gebruiken wij de dumpzaak.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: dump case
Deutsch: Überschuss speichern | Bekijk of het der of die Überschuss speichern is.
Français: magasin de surplus | Bekijk of het Le o La magasin de surplus is.
Jou of jouw: jouw dumpzaak
Buigings-e:
Mooi of mooie dumpzaak
Groot of grote dumpzaak
Half of halve dumpzaak
Grappig of grappige dumpzaak
Leeg of lege dumpzaak
leuk of leuke dumpzaak
Vet of vette dumpzaak
Snel of snelle dumpzaak
Wit of witte dumpzaak
Klein of kleine dumpzaak
Rood of rode dumpzaak
Dik of dikke dumpzaak
Oud of oude dumpzaak
Goed of goede dumpzaak
Wat rijmt er op dumpzaak
Elk of elke: Elke dumpzaak
Aanwijzend voornaamwoord: Die dumpzaak
Bezittelijk voornaamwoord: Onze dumpzaak
Wat rijmt er op dumpzaak
Buigings-e:
Mooi of mooie dumpzaak
Groot of grote dumpzaak
Half of halve dumpzaak
Grappig of grappige dumpzaak
Leeg of lege dumpzaak
leuk of leuke dumpzaak
Vet of vette dumpzaak
Snel of snelle dumpzaak
Wit of witte dumpzaak
Klein of kleine dumpzaak
Rood of rode dumpzaak
Dik of dikke dumpzaak
Oud of oude dumpzaak
Goed of goede dumpzaak
Wat rijmt er op dumpzaak
Elk of elke: Elke dumpzaak
Aanwijzend voornaamwoord: Die dumpzaak
Bezittelijk voornaamwoord: Onze dumpzaak
Wat rijmt er op dumpzaak
Oefening van de dag