De of het examenonderdeel?
Het examenonderdeel
Is het de of het examenonderdeel
In de Nederlandse taal gebruiken wij het examenonderdeel.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: examination component
Deutsch: Prüfung Komponente | Bekijk of het der of die Prüfung Komponente is.
Français: composant d'examen | Bekijk of het Le o La composant d'examen is.
Jou of jouw: jouw examenonderdeel
Buigings-e:
Mooi of mooie examenonderdeel
Groot of grote examenonderdeel
Half of halve examenonderdeel
Grappig of grappige examenonderdeel
Leeg of lege examenonderdeel
leuk of leuke examenonderdeel
Vet of vette examenonderdeel
Snel of snelle examenonderdeel
Wit of witte examenonderdeel
Klein of kleine examenonderdeel
Rood of rode examenonderdeel
Dik of dikke examenonderdeel
Oud of oude examenonderdeel
Goed of goede examenonderdeel
Wat rijmt er op examenonderdeel
Elk of elke: Elk examenonderdeel
Aanwijzend voornaamwoord: Dat examenonderdeel
Bezittelijk voornaamwoord: Ons examenonderdeel
Wat rijmt er op examenonderdeel
Buigings-e:
Mooi of mooie examenonderdeel
Groot of grote examenonderdeel
Half of halve examenonderdeel
Grappig of grappige examenonderdeel
Leeg of lege examenonderdeel
leuk of leuke examenonderdeel
Vet of vette examenonderdeel
Snel of snelle examenonderdeel
Wit of witte examenonderdeel
Klein of kleine examenonderdeel
Rood of rode examenonderdeel
Dik of dikke examenonderdeel
Oud of oude examenonderdeel
Goed of goede examenonderdeel
Wat rijmt er op examenonderdeel
Elk of elke: Elk examenonderdeel
Aanwijzend voornaamwoord: Dat examenonderdeel
Bezittelijk voornaamwoord: Ons examenonderdeel
Wat rijmt er op examenonderdeel
Oefening van de dag