De of het familiehond?
De familiehond
Is het de of het familiehond
In de Nederlandse taal gebruiken wij de familiehond.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: family dog
Deutsch: Familienhund | Bekijk of het der of die Familienhund is.
Français: chien de la famille | Bekijk of het Le o La chien de la famille is.
Jou of jouw: jouw familiehond
Buigings-e:
Mooi of mooie familiehond
Groot of grote familiehond
Half of halve familiehond
Grappig of grappige familiehond
Leeg of lege familiehond
leuk of leuke familiehond
Vet of vette familiehond
Snel of snelle familiehond
Wit of witte familiehond
Klein of kleine familiehond
Rood of rode familiehond
Dik of dikke familiehond
Oud of oude familiehond
Goed of goede familiehond
Wat rijmt er op familiehond
Elk of elke: Elke familiehond
Aanwijzend voornaamwoord: Die familiehond
Bezittelijk voornaamwoord: Onze familiehond
Wat rijmt er op familiehond
Buigings-e:
Mooi of mooie familiehond
Groot of grote familiehond
Half of halve familiehond
Grappig of grappige familiehond
Leeg of lege familiehond
leuk of leuke familiehond
Vet of vette familiehond
Snel of snelle familiehond
Wit of witte familiehond
Klein of kleine familiehond
Rood of rode familiehond
Dik of dikke familiehond
Oud of oude familiehond
Goed of goede familiehond
Wat rijmt er op familiehond
Elk of elke: Elke familiehond
Aanwijzend voornaamwoord: Die familiehond
Bezittelijk voornaamwoord: Onze familiehond
Wat rijmt er op familiehond
Oefening van de dag