De of het fonkelende?

De fonkelende

Is het de of het fonkelende

In de Nederlandse taal gebruiken wij de fonkelende.

Thanks!
Fout!


Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?

English: sparkling
Jou of jouw: jouw fonkelende


Buigings-e:
Mooi of mooie fonkelende
Groot of grote fonkelende
Half of halve fonkelende
Grappig of grappige fonkelende
Leeg of lege fonkelende
leuk of leuke fonkelende
Vet of vette fonkelende
Snel of snelle fonkelende
Wit of witte fonkelende
Klein of kleine fonkelende
Rood of rode fonkelende
Dik of dikke fonkelende
Oud of oude fonkelende
Goed of goede fonkelende
Wat rijmt er op fonkelende


Elk of elke: Elke fonkelende
Aanwijzend voornaamwoord: Die fonkelende
Bezittelijk voornaamwoord: Onze fonkelende
Wat rijmt er op fonkelende

▼ Advertentie door Refinery89


Oefening van de dag

Volgende zoeken

Dagelijkse mail

De Nederlandse taal goed onder de knie krijgen? Oefen dan elke dag de lidwoorden. Wij sturen elke dag om 7.15 een e-mail met de link naar de oefening van de dag.


E-mail ontvangen

De of het memorie



Bekijk het spel

De muismat



Bekijk de muismat