De of het fotocarrousel?
Het fotocarrousel
Is het de of het fotocarrousel
In de Nederlandse taal gebruiken wij het fotocarrousel.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: photo carousel
Jou of jouw: jouw fotocarrousel
Buigings-e:
Mooi of mooie fotocarrousel
Groot of grote fotocarrousel
Half of halve fotocarrousel
Grappig of grappige fotocarrousel
Leeg of lege fotocarrousel
leuk of leuke fotocarrousel
Vet of vette fotocarrousel
Snel of snelle fotocarrousel
Wit of witte fotocarrousel
Klein of kleine fotocarrousel
Rood of rode fotocarrousel
Dik of dikke fotocarrousel
Oud of oude fotocarrousel
Goed of goede fotocarrousel
Wat rijmt er op fotocarrousel
Elk of elke: Elk fotocarrousel
Aanwijzend voornaamwoord: Dat fotocarrousel
Bezittelijk voornaamwoord: Ons fotocarrousel
Wat rijmt er op fotocarrousel
Buigings-e:
Mooi of mooie fotocarrousel
Groot of grote fotocarrousel
Half of halve fotocarrousel
Grappig of grappige fotocarrousel
Leeg of lege fotocarrousel
leuk of leuke fotocarrousel
Vet of vette fotocarrousel
Snel of snelle fotocarrousel
Wit of witte fotocarrousel
Klein of kleine fotocarrousel
Rood of rode fotocarrousel
Dik of dikke fotocarrousel
Oud of oude fotocarrousel
Goed of goede fotocarrousel
Wat rijmt er op fotocarrousel
Elk of elke: Elk fotocarrousel
Aanwijzend voornaamwoord: Dat fotocarrousel
Bezittelijk voornaamwoord: Ons fotocarrousel
Wat rijmt er op fotocarrousel
Oefening van de dag