De of het functiehandboek?
Het functiehandboek
Is het de of het functiehandboek
In de Nederlandse taal gebruiken wij het functiehandboek.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: job manual
Jou of jouw: jouw functiehandboek
Buigings-e:
Mooi of mooie functiehandboek
Groot of grote functiehandboek
Half of halve functiehandboek
Grappig of grappige functiehandboek
Leeg of lege functiehandboek
leuk of leuke functiehandboek
Vet of vette functiehandboek
Snel of snelle functiehandboek
Wit of witte functiehandboek
Klein of kleine functiehandboek
Rood of rode functiehandboek
Dik of dikke functiehandboek
Oud of oude functiehandboek
Goed of goede functiehandboek
Wat rijmt er op functiehandboek
Elk of elke: Elk functiehandboek
Aanwijzend voornaamwoord: Dat functiehandboek
Bezittelijk voornaamwoord: Ons functiehandboek
Wat rijmt er op functiehandboek
Buigings-e:
Mooi of mooie functiehandboek
Groot of grote functiehandboek
Half of halve functiehandboek
Grappig of grappige functiehandboek
Leeg of lege functiehandboek
leuk of leuke functiehandboek
Vet of vette functiehandboek
Snel of snelle functiehandboek
Wit of witte functiehandboek
Klein of kleine functiehandboek
Rood of rode functiehandboek
Dik of dikke functiehandboek
Oud of oude functiehandboek
Goed of goede functiehandboek
Wat rijmt er op functiehandboek
Elk of elke: Elk functiehandboek
Aanwijzend voornaamwoord: Dat functiehandboek
Bezittelijk voornaamwoord: Ons functiehandboek
Wat rijmt er op functiehandboek
Oefening van de dag