De of het getalletje?
Het getalletje
Is het de of het getalletje
In de Nederlandse taal gebruiken wij het getalletje.

Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: getalletje
Jou of jouw: jouw getalletje
Buigings-e:
Mooi of mooie getalletje
Groot of grote getalletje
Half of halve getalletje
Grappig of grappige getalletje
Leeg of lege getalletje
leuk of leuke getalletje
Vet of vette getalletje
Snel of snelle getalletje
Wit of witte getalletje
Klein of kleine getalletje
Rood of rode getalletje
Dik of dikke getalletje
Oud of oude getalletje
Goed of goede getalletje
Wat rijmt er op getalletje
Elk of elke: Elk getalletje
Aanwijzend voornaamwoord: Dat getalletje
Bezittelijk voornaamwoord: Ons getalletje
Wat rijmt er op getalletje
Buigings-e:
Mooi of mooie getalletje
Groot of grote getalletje
Half of halve getalletje
Grappig of grappige getalletje
Leeg of lege getalletje
leuk of leuke getalletje
Vet of vette getalletje
Snel of snelle getalletje
Wit of witte getalletje
Klein of kleine getalletje
Rood of rode getalletje
Dik of dikke getalletje
Oud of oude getalletje
Goed of goede getalletje
Wat rijmt er op getalletje
Elk of elke: Elk getalletje
Aanwijzend voornaamwoord: Dat getalletje
Bezittelijk voornaamwoord: Ons getalletje
Wat rijmt er op getalletje
Oefening van de dag