De of het gezinnetje?
Het gezinnetje
Is het de of het gezinnetje
In de Nederlandse taal gebruiken wij het gezinnetje.

Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: little family
Jou of jouw: jouw gezinnetje
Buigings-e:
Mooi of mooie gezinnetje
Groot of grote gezinnetje
Half of halve gezinnetje
Grappig of grappige gezinnetje
Leeg of lege gezinnetje
leuk of leuke gezinnetje
Vet of vette gezinnetje
Snel of snelle gezinnetje
Wit of witte gezinnetje
Klein of kleine gezinnetje
Rood of rode gezinnetje
Dik of dikke gezinnetje
Oud of oude gezinnetje
Goed of goede gezinnetje
Wat rijmt er op gezinnetje
Elk of elke: Elk gezinnetje
Aanwijzend voornaamwoord: Dat gezinnetje
Bezittelijk voornaamwoord: Ons gezinnetje
Wat rijmt er op gezinnetje
Buigings-e:
Mooi of mooie gezinnetje
Groot of grote gezinnetje
Half of halve gezinnetje
Grappig of grappige gezinnetje
Leeg of lege gezinnetje
leuk of leuke gezinnetje
Vet of vette gezinnetje
Snel of snelle gezinnetje
Wit of witte gezinnetje
Klein of kleine gezinnetje
Rood of rode gezinnetje
Dik of dikke gezinnetje
Oud of oude gezinnetje
Goed of goede gezinnetje
Wat rijmt er op gezinnetje
Elk of elke: Elk gezinnetje
Aanwijzend voornaamwoord: Dat gezinnetje
Bezittelijk voornaamwoord: Ons gezinnetje
Wat rijmt er op gezinnetje
Oefening van de dag