De of het gezinsverzorgster?
De gezinsverzorgster
Is het de of het gezinsverzorgster
In de Nederlandse taal gebruiken wij de gezinsverzorgster.

Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: homemaker
Deutsch: Hausfrau | Bekijk of het der of die Hausfrau is.
Français: ménagère | Bekijk of het Le o La ménagère is.
Jou of jouw: jouw gezinsverzorgster
Buigings-e:
Mooi of mooie gezinsverzorgster
Groot of grote gezinsverzorgster
Half of halve gezinsverzorgster
Grappig of grappige gezinsverzorgster
Leeg of lege gezinsverzorgster
leuk of leuke gezinsverzorgster
Vet of vette gezinsverzorgster
Snel of snelle gezinsverzorgster
Wit of witte gezinsverzorgster
Klein of kleine gezinsverzorgster
Rood of rode gezinsverzorgster
Dik of dikke gezinsverzorgster
Oud of oude gezinsverzorgster
Goed of goede gezinsverzorgster
Wat rijmt er op gezinsverzorgster
Elk of elke: Elke gezinsverzorgster
Aanwijzend voornaamwoord: Die gezinsverzorgster
Bezittelijk voornaamwoord: Onze gezinsverzorgster
Wat rijmt er op gezinsverzorgster
Buigings-e:
Mooi of mooie gezinsverzorgster
Groot of grote gezinsverzorgster
Half of halve gezinsverzorgster
Grappig of grappige gezinsverzorgster
Leeg of lege gezinsverzorgster
leuk of leuke gezinsverzorgster
Vet of vette gezinsverzorgster
Snel of snelle gezinsverzorgster
Wit of witte gezinsverzorgster
Klein of kleine gezinsverzorgster
Rood of rode gezinsverzorgster
Dik of dikke gezinsverzorgster
Oud of oude gezinsverzorgster
Goed of goede gezinsverzorgster
Wat rijmt er op gezinsverzorgster
Elk of elke: Elke gezinsverzorgster
Aanwijzend voornaamwoord: Die gezinsverzorgster
Bezittelijk voornaamwoord: Onze gezinsverzorgster
Wat rijmt er op gezinsverzorgster
Oefening van de dag