De of het groepcohesie?
De groepcohesie
Is het de of het groepcohesie
In de Nederlandse taal gebruiken wij de groepcohesie.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: group cohesion
Jou of jouw: jouw groepcohesie
Buigings-e:
Mooi of mooie groepcohesie
Groot of grote groepcohesie
Half of halve groepcohesie
Grappig of grappige groepcohesie
Leeg of lege groepcohesie
leuk of leuke groepcohesie
Vet of vette groepcohesie
Snel of snelle groepcohesie
Wit of witte groepcohesie
Klein of kleine groepcohesie
Rood of rode groepcohesie
Dik of dikke groepcohesie
Oud of oude groepcohesie
Goed of goede groepcohesie
Wat rijmt er op groepcohesie
Elk of elke: Elke groepcohesie
Aanwijzend voornaamwoord: Die groepcohesie
Bezittelijk voornaamwoord: Onze groepcohesie
Wat rijmt er op groepcohesie
Buigings-e:
Mooi of mooie groepcohesie
Groot of grote groepcohesie
Half of halve groepcohesie
Grappig of grappige groepcohesie
Leeg of lege groepcohesie
leuk of leuke groepcohesie
Vet of vette groepcohesie
Snel of snelle groepcohesie
Wit of witte groepcohesie
Klein of kleine groepcohesie
Rood of rode groepcohesie
Dik of dikke groepcohesie
Oud of oude groepcohesie
Goed of goede groepcohesie
Wat rijmt er op groepcohesie
Elk of elke: Elke groepcohesie
Aanwijzend voornaamwoord: Die groepcohesie
Bezittelijk voornaamwoord: Onze groepcohesie
Wat rijmt er op groepcohesie
Oefening van de dag