De of het groepsaccommodatie?
De groepsaccommodatie
Is het de of het groepsaccommodatie
In de Nederlandse taal gebruiken wij de groepsaccommodatie.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: property
Jou of jouw: jouw groepsaccommodatie
Buigings-e:
Mooi of mooie groepsaccommodatie
Groot of grote groepsaccommodatie
Half of halve groepsaccommodatie
Grappig of grappige groepsaccommodatie
Leeg of lege groepsaccommodatie
leuk of leuke groepsaccommodatie
Vet of vette groepsaccommodatie
Snel of snelle groepsaccommodatie
Wit of witte groepsaccommodatie
Klein of kleine groepsaccommodatie
Rood of rode groepsaccommodatie
Dik of dikke groepsaccommodatie
Oud of oude groepsaccommodatie
Goed of goede groepsaccommodatie
Wat rijmt er op groepsaccommodatie
Elk of elke: Elke groepsaccommodatie
Aanwijzend voornaamwoord: Die groepsaccommodatie
Bezittelijk voornaamwoord: Onze groepsaccommodatie
Wat rijmt er op groepsaccommodatie
Buigings-e:
Mooi of mooie groepsaccommodatie
Groot of grote groepsaccommodatie
Half of halve groepsaccommodatie
Grappig of grappige groepsaccommodatie
Leeg of lege groepsaccommodatie
leuk of leuke groepsaccommodatie
Vet of vette groepsaccommodatie
Snel of snelle groepsaccommodatie
Wit of witte groepsaccommodatie
Klein of kleine groepsaccommodatie
Rood of rode groepsaccommodatie
Dik of dikke groepsaccommodatie
Oud of oude groepsaccommodatie
Goed of goede groepsaccommodatie
Wat rijmt er op groepsaccommodatie
Elk of elke: Elke groepsaccommodatie
Aanwijzend voornaamwoord: Die groepsaccommodatie
Bezittelijk voornaamwoord: Onze groepsaccommodatie
Wat rijmt er op groepsaccommodatie
Oefening van de dag