De of het groepsgrootte?
De groepsgrootte
Is het de of het groepsgrootte
In de Nederlandse taal gebruiken wij de groepsgrootte.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: group size
Deutsch: Gruppe | Bekijk of het der of die Gruppe is.
Français: groupe | Bekijk of het Le o La groupe is.
Jou of jouw: jouw groepsgrootte
Buigings-e:
Mooi of mooie groepsgrootte
Groot of grote groepsgrootte
Half of halve groepsgrootte
Grappig of grappige groepsgrootte
Leeg of lege groepsgrootte
leuk of leuke groepsgrootte
Vet of vette groepsgrootte
Snel of snelle groepsgrootte
Wit of witte groepsgrootte
Klein of kleine groepsgrootte
Rood of rode groepsgrootte
Dik of dikke groepsgrootte
Oud of oude groepsgrootte
Goed of goede groepsgrootte
Wat rijmt er op groepsgrootte
Elk of elke: Elke groepsgrootte
Aanwijzend voornaamwoord: Die groepsgrootte
Bezittelijk voornaamwoord: Onze groepsgrootte
Wat rijmt er op groepsgrootte
Buigings-e:
Mooi of mooie groepsgrootte
Groot of grote groepsgrootte
Half of halve groepsgrootte
Grappig of grappige groepsgrootte
Leeg of lege groepsgrootte
leuk of leuke groepsgrootte
Vet of vette groepsgrootte
Snel of snelle groepsgrootte
Wit of witte groepsgrootte
Klein of kleine groepsgrootte
Rood of rode groepsgrootte
Dik of dikke groepsgrootte
Oud of oude groepsgrootte
Goed of goede groepsgrootte
Wat rijmt er op groepsgrootte
Elk of elke: Elke groepsgrootte
Aanwijzend voornaamwoord: Die groepsgrootte
Bezittelijk voornaamwoord: Onze groepsgrootte
Wat rijmt er op groepsgrootte
Oefening van de dag