De of het grootvorstendom?
Het grootvorstendom
Is het de of het grootvorstendom
In de Nederlandse taal gebruiken wij het grootvorstendom.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: grand duchy
Deutsch: Großherzogtum | Bekijk of het der of die Großherzogtum is.
Français: Grand-Duché | Bekijk of het Le o La Grand-Duché is.
Jou of jouw: jouw grootvorstendom
Buigings-e:
Mooi of mooie grootvorstendom
Groot of grote grootvorstendom
Half of halve grootvorstendom
Grappig of grappige grootvorstendom
Leeg of lege grootvorstendom
leuk of leuke grootvorstendom
Vet of vette grootvorstendom
Snel of snelle grootvorstendom
Wit of witte grootvorstendom
Klein of kleine grootvorstendom
Rood of rode grootvorstendom
Dik of dikke grootvorstendom
Oud of oude grootvorstendom
Goed of goede grootvorstendom
Wat rijmt er op grootvorstendom
Elk of elke: Elk grootvorstendom
Aanwijzend voornaamwoord: Dat grootvorstendom
Bezittelijk voornaamwoord: Ons grootvorstendom
Wat rijmt er op grootvorstendom
Buigings-e:
Mooi of mooie grootvorstendom
Groot of grote grootvorstendom
Half of halve grootvorstendom
Grappig of grappige grootvorstendom
Leeg of lege grootvorstendom
leuk of leuke grootvorstendom
Vet of vette grootvorstendom
Snel of snelle grootvorstendom
Wit of witte grootvorstendom
Klein of kleine grootvorstendom
Rood of rode grootvorstendom
Dik of dikke grootvorstendom
Oud of oude grootvorstendom
Goed of goede grootvorstendom
Wat rijmt er op grootvorstendom
Elk of elke: Elk grootvorstendom
Aanwijzend voornaamwoord: Dat grootvorstendom
Bezittelijk voornaamwoord: Ons grootvorstendom
Wat rijmt er op grootvorstendom
Oefening van de dag