De of het haagplant?
De haagplant
Is het de of het haagplant
In de Nederlandse taal gebruiken wij de haagplant.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: hedge plant
Deutsch: haagplant | Bekijk of het der of die haagplant is.
Français: haagplant | Bekijk of het Le o La haagplant is.
Jou of jouw: jouw haagplant
Buigings-e:
Mooi of mooie haagplant
Groot of grote haagplant
Half of halve haagplant
Grappig of grappige haagplant
Leeg of lege haagplant
leuk of leuke haagplant
Vet of vette haagplant
Snel of snelle haagplant
Wit of witte haagplant
Klein of kleine haagplant
Rood of rode haagplant
Dik of dikke haagplant
Oud of oude haagplant
Goed of goede haagplant
Wat rijmt er op haagplant
Elk of elke: Elke haagplant
Aanwijzend voornaamwoord: Die haagplant
Bezittelijk voornaamwoord: Onze haagplant
Wat rijmt er op haagplant
Buigings-e:
Mooi of mooie haagplant
Groot of grote haagplant
Half of halve haagplant
Grappig of grappige haagplant
Leeg of lege haagplant
leuk of leuke haagplant
Vet of vette haagplant
Snel of snelle haagplant
Wit of witte haagplant
Klein of kleine haagplant
Rood of rode haagplant
Dik of dikke haagplant
Oud of oude haagplant
Goed of goede haagplant
Wat rijmt er op haagplant
Elk of elke: Elke haagplant
Aanwijzend voornaamwoord: Die haagplant
Bezittelijk voornaamwoord: Onze haagplant
Wat rijmt er op haagplant
Oefening van de dag