De of het halfuurtje?
Het halfuurtje
Is het de of het halfuurtje
In de Nederlandse taal gebruiken wij het halfuurtje.

Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: half an hour
Jou of jouw: jouw halfuurtje
Buigings-e:
Mooi of mooie halfuurtje
Groot of grote halfuurtje
Half of halve halfuurtje
Grappig of grappige halfuurtje
Leeg of lege halfuurtje
leuk of leuke halfuurtje
Vet of vette halfuurtje
Snel of snelle halfuurtje
Wit of witte halfuurtje
Klein of kleine halfuurtje
Rood of rode halfuurtje
Dik of dikke halfuurtje
Oud of oude halfuurtje
Goed of goede halfuurtje
Wat rijmt er op halfuurtje
Elk of elke: Elk halfuurtje
Aanwijzend voornaamwoord: Dat halfuurtje
Bezittelijk voornaamwoord: Ons halfuurtje
Wat rijmt er op halfuurtje
Buigings-e:
Mooi of mooie halfuurtje
Groot of grote halfuurtje
Half of halve halfuurtje
Grappig of grappige halfuurtje
Leeg of lege halfuurtje
leuk of leuke halfuurtje
Vet of vette halfuurtje
Snel of snelle halfuurtje
Wit of witte halfuurtje
Klein of kleine halfuurtje
Rood of rode halfuurtje
Dik of dikke halfuurtje
Oud of oude halfuurtje
Goed of goede halfuurtje
Wat rijmt er op halfuurtje
Elk of elke: Elk halfuurtje
Aanwijzend voornaamwoord: Dat halfuurtje
Bezittelijk voornaamwoord: Ons halfuurtje
Wat rijmt er op halfuurtje
Oefening van de dag